Deze pagina delen?
Selecteer hieronder het gewenste platform...
Zoeken?
Voer hieronder uw zoekwoord(en) in...
Deze pagina delen

Hoe het begon

Men wilde meer transparantie richting patiënt, zorgverzekeraars en zorgverleners. In de huidige structuur wordt binnen revalidatie te veel gericht op bestede tijd dan op geleverde prestatie. Men wil groeien richting een meer prestatiegeoriënteerde productstructuur. Voor het eindmodel (2019) zijn onderstaande drie pijlers zeer belangrijk:

  • Medisch herkenbare zorgproducten (behandelprofielen/programma’s)
  • Verantwoording aard en omvang van de verleende zorg (behandelmodules)
  • Inzicht in de zorgvraagzwaarte van de patiënt (patiëntdoelgroepen)

Het doel

Om daar naartoe te werken zijn in 2015 de modulecodes geïntroduceerd. Deze zijn opgesplitst in twee soorten:

  • Generieke modules; deze kunnen bij alle behandelingen voorkomen (doelgroep overstijgend)
  •  Specifieke modules; deze bevatten onderdelen die onderscheidend zijn voor de verschillende doelgroepen in de msrz.

    De modules in combinatie met de vastgelegde diagnose geven inzicht in:
  • De startpositie van de patiënt en de behandeldoelen. Deze zijn naar verwachting voorspellend voor de inzet en de kosten.
  • De behandeling
  • Patiënt doelgroepen: de diagnose geeft al een eerste onderscheid, maar daarnaast geven de modules inzicht in de beperking van de patiënt en de behandeldoelstellingen.

Eén van de drie pijlers bij de doorontwikkeling was ‘inzicht geven in de zorgvraagzwaarte van de patiënt’. De hulpvraag van de patiënt, de aard van zijn aandoening en de functionele prognose van de arts vormen samen de belangrijkste componenten voor de zorgvraagzwaarte bij revalidatie. Deze zorgvraagzwaarte is van belang om een doelmatige zorginkoop te stimuleren en de rechtmatigheid van de declaratie aan te tonen.

Hiernaast wordt ook nog een Landelijke Databank Uitkomsten Revalidatie opgezet. Deze gaat de resultaten bevatten van behandelingen, die landelijk worden verzameld. Dit om per 1 juli 2018 de rapportages beschikbaar te stellen voor de zorginkoop.

Planning

01-07-2016 definitieve modules
Begin (maart) 2018 einde registratiefase
01-01-2019 einddoel nieuwe productstructuur
2017 beleidscyclus vervroegen voor medisch specialistische zorg

Toetsingscriteria uiteindelijke zorgproducten

De nieuwe zorgproducten moeten voldoen aan het toetsingskader van de NZa. Deze beoordeelt de productstructuur op basis van volgende uitgangspunten:

  • Hanteerbaarheid: ongeveer 60-70 dbc-zorgproducten
  • Herkenbaarheid (medisch): zorgproducten moeten vanuit geneeskundig perspectief identificeerbaar zijn, maar ook voor alle partijen herkenbaar zijn
  • Homogeniteit (kosten)
  • Volledigheid
  • Stabiliteit: in hoeverre is de productstructuur uniform beschikbaar t.o.v. voorgaande jaren en welke financiële effecten als gevolg zijn na eventuele wijzigingen
  • Administratieve lasten: zo laag mogelijk houden
  • Controleerbaarheid
  • Herkenbaarheid patiënt
  • Beperken onbedoelde prikkels
  • Aansluiten bij aanspraak
  • Toekomstbestendigheid

Wat nu...Fase 3

Beoordeling registratiedata en ontwerpen nieuwe productstructuur
Deze fase loopt van 1 juli 2016 tot aan 1 januari 2018 op basis van de nieuwe, definitieve modules. Bij een succesvolle registratiefase ontstaat een dataset met anderhalf jaar behandeldata. Met deze data zou het mogelijk moeten zijn om een nieuwe productstructuur te kunnen ontwikkelen, waarbij extra aandacht nodig is voor langdurige of zeldzame behandelingen. Een analyseteam zal de data analyseren op:

  • Representativiteit en betrouwbaarheid van de set (Het kan zijn dat instellingen worden uitgesloten van de dataset vanwege onvoldoende kwaliteit van de registratie)
  • Het formuleren van hypothesen als basis voor de productontwikkeling
  • De productanalyse voor het ontwerp van een medisch inhoudelijk herkenbare en kosten homogene productstructuur

Bepalen van de kostprijzen en berekenen van tarieven

Om tot een kostprijs per product per patiënt te komen wordt een kostprijsberekening uitgevoerd. Deze prijsberekening verloopt in twee stappen:

  • Het berekenen van een kostprijs per kostendrager
  • Het berekenen van de kostprijs per patiënt

Het is van belang om van te voren goede afspraken te maken over de kostendragers. Instellingen moeten er voor zorgen dat zorgactiviteiten en kosten die uitgevoerd worden in de (algemene) ziekenhuizen, maar onderdeel zijn van de revalidatiebehandeling, worden meegenomen in de dataset van het zorgprofiel.

Planning

  • 01-07-2016: aanleveren 2016 kostprijzen per zorgactiviteit. Zorgaanbieders ontvangen hiervoor een informatieverzoek.
  • 01-07-2017 t/m 01-09-2017: controles op aangeleverde 2016 kostprijzen (o.a. vergelijking met kostprijzen die NZa al heeft/nog krijgt over 2015)
  • 01-09-2017: profielen tweede helft 2016 + eerste helft 2017 bepalen op basis van aangeleverde DIS-data
  • 01-09-2017 t/m 01-10-2017: controle op profielen (profielen 2017 mogen niet sterk afwijken van profielen 2016)
  • 01-09-2017 t/m 01-11-2017: definiëren producten
  • 01-11-2017 t/m 01-12-2017: berekenen concept tarieven
  • 01-12-2017 t/m 01-02-2018: impactanalyses
  • Begin 2018: verversen profieldata tweede helft 2016 + eerste helft 2017
  • Indien profielen ververst worden: 01-03-2018 nieuwe concept tarieven en impactanalyses

Risicoanalyse en maatregelen

Naar aanleiding van de risicomatrix komt men tot de volgende conclusie:
Het grootste risico op dit moment is de vermindering van commitment van de medewerkers in de instellingen en ziekenhuizen. Het vanwege allerlei technische belemmeringen niet goed uitvoeren van de modulaire werkwijze kan leiden tot foutieve en te beperkte toepassing. De afhankelijkheid van snelle oplossingen in de ICT is momenteel de grootste bedreiging voor het project.

Brondocument van NZa, ZN, VRA, RN

 

MSR module NICE Software

Om dit proces te kunnen ondersteunen heeft paraNICE de MSR Revalidatiemodule ontwikkeld volgens de nieuwe richtlijnen conform Revalidatie Nederland en NZa. Zo zal per direct patiëntgebonden zorgactiviteit een zorgmodulecode geregistreerd moeten worden, naast de daadwerkelijke behandeling.

De modulecodes dienen te worden aangeleverd aan de DIS, de landelijke databank. De verplichte moduleregistratie heeft grote invloed op de werkprocessen en de planningsstructuur. Behandelingen moeten nu gepland worden vanuit module-inzichten, de frequenties en de duur van de zittingen zijn een gevolg.

Wilt u ook sneller en eenvoudiger uw modulecodes registeren? Maar ziet u af en toe door de bomen het bos niet meer? Bekijk hieronder onze oplossing.

 

Ook interessant:

 

NICE software
Vakinhoudelijk
Transparant
Mobiel
Efficiént
Meer weten over paraNICE?
...wij helpen u graag verder